‘Er moet iets zijn dat helpt, mama.’
Het begon zo onopvallend dat wij niet doorhadden dat het begonnen was. Mama stopte even met wandelen op straat. Het leek alsof ze genoot van het zonnetje of luisterde naar een vogeltje. Een paar seconden en dan stapte ze weer verder. Ook toen ze thuis op de tafel steunde om niet te vallen, dachten wij dat ze het gewoon fijn vond om de groeven in het hout te voelen. Ze kuchte af en toe, bleef halverwege de trap even staan om ui