‘Ze heeft weer toegeslagen. Ze weten het zeker. Onderling spreken ze erover, van man tot man, zelden in een groep, uit schaamte.’
Vastbesloten haar leven een nieuwe wending te geven, verhuist Ismey naar een oude pastorie met bijgebouwen op de noordelijke punt van het Zweedse eiland Lönnö. Als kunstenaar, kunstenmaker zoals zij zichzelf liever noemt, was zij vanaf dag één verliefd op de zon, de zee en de betoverende natuur van het eiland. Ze wil breken met het verleden en afreken