Artikelomschrijving
Tegen mij zei hij: ‘Ik kom graag bij de politie. Volgens mij laat ik me soms met opzet pakken. Ik hou er wel van als ze me streng toespreken. Al die aandacht vind ik ook wel leuk.’ Als vreemde agenten bars tegen hem deden, zei hij doodleuk: ‘Ja, ik ben nu eenmaal een hopeloos geval. Aan de drank en zo, weet je wel.’ De agent die behept was met het verhoor, begon met een berispende preek; Eric onderbrak hem met de woorden: ‘Ach, hou maar op. Het is tevergeefs. Ik ben nu eenmaal een psyc