‘In het midden van de woestijn of op zee lijkt de wereld zich eindeloos uit te strekken. Wat is het dan, dat we hopen te vinden in het hart van het doolhof? Geborgenheid? Zijn we veilig zolang we onze blik afwenden?’
In de familie van Imène zijn de vrouwen verankerd en de mannen op de dool. Toch schippert Imène haar leven lang tussen het land van haar vader Asim en dat van haar moeder Mara. Wanneer die haar betrapt op het schrijven van een liefdesbrief, moet